Succesvol beroep op dwaling bij renteswap?

In renteswap zaken wordt zelden een beroep op dwaling gehonoreerd. In de uitspraak die ik in deze blog ga bespreken, gaat het over een renteswap van ABN AMRO.

Rechters overwegen vaak dat het beroep op dwaling niet slaagt, omdat de ondernemer (bijvoorbeeld) de documentatie had kunnen en moeten lezen, waar de kenmerken van een renteswap wel in opgenomen zijn. Dat is in mijn ogen wat te kort door de bocht (de mededelingen die worden verstrekt in het informatiemateriaal zijn niet juist, althans onvolledig), maar rechters denken daar vooralsnog anders over. In mijn optiek staat er in de documentatie namelijk geen informatie (of althans onvoldoende) over wat de risico’s kunnen zijn van een dalende rente en de gevolgen van de waarde van een renteswap.

Rentevisie en dwaling?

Een belangrijk aspect dat vaak naar voren komt in renteswap procedures is of het betreffende advies wel passend is geweest. Veelal wordt ook betoogd dat het advies om een renteswap af te sluiten voor tien jaar niet in lijn is met de destijds verwachte rentedaling. De meeste renteswaps zijn namelijk in 2007 en 2008 afgesloten, toen in de Verenigde Staten de crisis al was uitgebroken en een rentedaling was ingezet. Hier voert de bank vaak van aan dat dit alleen met de wetenschap van nu te stellen is.

In een recente uitspraak kwam echter naar voren dat ABN AMRO op 2 juni 2008 zelf informatie verspreidde waarin zij de verwachting uitspraak dat de rente zou dalen. Uit een tussenuitspraak van het Hof Amsterdam wordt die publicatie geciteerd. Daarin staat onder meer:

De conclusie lijkt logisch dat van een renteverlaging door de ECB voorlopig géén sprake kan zijn. Toch is een renteverlaging volgens ons nog niet van de baan. Dat heeft te maken met onze verwachtingen voor de groei en inflatie. (…) Of de inflatie zal afnemen en de mate waarin hangt onder meer sterk van de olieprijs. Onder de veronderstelling dat de olieprijs de komende tijd vrij stabiel blijft als gevolg van afnemende mondiale groei, zien wij de inflatie tegen het einde van het jaar flink dalen. In zo’n situatie kan de ECB toch de rente verlagen (…)

De eenmaands euribor liep eind mei (…) opeens 10 basispunten op. De financiële markten lijken er echter van uit te gaan dat het ergste van de kredietcrisis achter de rug is. Dat zou er dan toe moeten leiden dat de interbancaire rentes weer gaan dalen. De spreads tussen de rente op bedrijfsobligaties en overheidspapier zijn al wél geleidelijk iets verder afgenomen. Hetzelfde geldt voor het verschil met de swaprente. 

In die uitspraak sluit de klant de volgende dag (3 juni 2008) op advies van ABN AMRO een renteswap af. De klant voert in hoger beroep aan dat zij niet bekend was met die publicatie en dat (logischerwijs) die informatie natuurlijk wel van beslissende invloed kon zijn bij haar besluit om een renteswap af te sluiten. ABN voert verweer en voert aan dat die rentevisie op een korte termijn zag (anderhalf jaar) en niet over de periode van tien jaar. Het Gerechtshof overweegt:

“Het Hof stelt vast dat tussen partijen niet in geschil is dat de verwachting over toekomstige ontwikkelingen van de relevante rente, één van de elementen is die van belang zijn bij de keuze om het renterisico op een krediet al dan niet af te dekken en de beantwoording van de vraag welk instrument daarvoor in het concrete geval het meest geschikt is.”

Dat is een opsteker voor gedupeerden van renteswap producten. Uit de tussenuitspraak volgt dat ABN AMRO heeft aangeboden om aannemelijk te maken dat de verwachting was dat de rente zou gaan dalen over de komende tien jaar. Het Hof overweegt daarover:

“ABN AMRO heeft bij Memorie van Antwoord gesteld dat begin juni 2008 de verwachting bestond dat de éénmaands-euribor op de langere termijn zou gaan stijgen. [De eisende partij] heeft de juistheid daarvan ter gelegenheid van het pleidooi betwist, waarop ABN AMRO heeft aangeboden zulks nader toe te lichten. (…)

Nu uit het vorengaande volgt dat de begin juni 2008 bij ABN AMRO bestaande rentevisie van belang kan zijn voor de in deze zaak te nemen beslissingen, ziet het Hof aanleiding om alvorens verder te beslissen ABN AMRO op de voet van artikel 22 Rv in de gelegenheid te stellen haar stellingen omtrent die rentevisie bij akte nader toe te lichten en daarbij concrete en met bewijsstukken gestaafd te onderbouwen dat en waarom begin juni 2008 bij haar de verwachting bestond dat de éénmaands-euribor op een termijn van tien jaar zou gaan stijgen.”

Rentevisie relevant bij beroep dwaling

Uit deze uitspraak is in ieder geval af te leiden dat het Hof vindt dat de rentevisie van de bank relevant is bij de keuze van de klant om de rente al dan niet vast te zetten. Het is echter de vraag of de klant in dit gegeven geval daar nou heel erg mee geholpen is, want ik verwacht dat ABN AMRO altijd wel iemand zal vinden die zal betogen dat de verwachting was dat de rente zou gaan stijgen. Het had mij veel meer in de rede gelegen om ter zake een (onafhankelijke) deskundige te benoemen. De ondernemer zal in de gegeven omstandigheden niet anders kunnen dan met een deskundige komen en dan is het het woord van de klant tegen de expert van de bank.

Hebt u vragen over deze blog? U kunt altijd vrijblijvend contact opnemen met Jasper Hagers, advocaat financieel recht.