Onderzoek door AFM naar index hugging

Met enige regelmaat voert de AFM onderzoek uit naar allerlei soorten financiële dienstverlening in Nederland. Als AFM en DNB specialist las ik het rapport, waarbij de AFM index huggers of indexknuffelaars ziet onder beleggingsfondsenRecent is een rapport “Verkenning potentiële index huggers”  door de AFM gepubliceerd. Als advocaat AFM vat ik kort samen de belangrijkste bevindingen over index huggers van de AFM.

Index hugging is de situatie waarin een beleggingsfonds wordt gepresenteerd als een actief fonds, terwijl het fonds in werkelijkheid nauwgezet een ander fonds volgt. Vervolgens worden wel de kosten van een daadwerkelijk actief beheerd fonds in rekening gebracht.

AFM onderzoek: teveel beleggingsfondsen teveel kosten

De AFM constateert dat een substantieel deel van de in Nederland gevestigde actieve fondsen als potentiële index huggers kunnen worden aangemerkt. De AFM is tegen index huggers. De reden daarvoor is dat index huggers op de lange termijn te weinig toegevoegde waarde bieden om de hogere kosten te verantwoorden. Het klantbelang wordt daarbij volgens AFM onvoldoende centraal gesteld. Uit het rapport blijkt dat de AFM beheerders van de geïdentificeerde potentiële index huggers heeft aangesproken en ook zal optreden, waar nodig is.

Het onderzoek van de AFM maakt onderdeel uit van een meerjarenprogramma, waarbij kwaliteit van financiële producten en productontwikkelingsprocessen centraal staat. De doelstelling is dat consumenten er op kunnen vertrouwen dat de producten die zij aangeboden krijgen aantoonbaar het resultaat zijn van ontwikkelings- en evaluatieprocessen waar op evenwichtige wijze rekening wordt gehouden met de belangen van de klant en afhankelijk van de kosten die ook in rekening worden gebracht. Een en ander vloeit voort uit artikel 32 van het Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen, zo geeft de AFM aan.

Opmerkelijk is dat de AFM aangeeft:

“Hoewel een groot deel van de onderzochte fondsen uitgezonderd is van dit artikel, is de AFM van mening dat de praktijk van index hugging schadelijk is voor beleggers en vraagt daarom de aandacht van alle fondsbeheerders voor dit onderwerp.”

Het is de vraag of de AFM op basis van deze mening handhavend kan optreden. Immers, de AFM geeft zelf te kennen dat de index hugger niet onder dit artikel valt.

In het rapport komt de AFM met aanbevelingen om index hugging te voorkomen. De kosten moeten in lijn worden gebracht met de mate van actief beheer, zo geeft de AFM aan. Zoals in het rapport te lezen is:

“De AFM ziet daarin geen rechtvaardiging om voor feitelijk passief beheerde fondsen toch relatief hoge kosten in rekening te brengen.”

Daarnaast vindt de AFM dat het beleggingsbeleid moet worden aangepast, indien die kosten toch in rekening worden gebracht. Een conclusie van de AFM is:

“Als blijkt dat daadwerkelijk actief beheer niet goed mogelijk is door de eigen beleggingsrestricties of beperkingen van de markt waarin belegd wordt, ligt het voor de hand dat een beheerder voor deze sector of (deel)markt een passieve strategie met bijbehorend kostenniveau overweegt. Ook kan de slotsom zijn dat een fonds onvoldoende toegevoegde waarde biedt en geen bestaansrecht meer heeft.”

Voorts doet de AFM aanbevelingen ten aanzien van de relevante informatie over bijvoorbeeld de benchmark waartegen wordt belegd, de wijze waarop actief wordt beheerd en het beleggingsbeleid.

Mogelijke handhaving AFM op basis van mening

Wat opvallend is aan het rapport, is dat de AFM wil ingrijpen in het fondsbeheer van beleggingsfondsen. Zelfs in de situatie dat het betreffende relevante wetsartikel op het fonds niet van toepassing is. Het komt er op neer dat de AFM vindt dat index huggers sowieso slecht zijn voor de markt en dat dit linksom of rechtsom voorkomen moet worden. Nu is daar veel voor te zeggen, zeker in de situatie dat het beleggingsfonds niet helder is over de mate van actief beleid, maar het is wel de vraag hoever de handhavende bevoegdheid van de AFM reikt en in hoeverre zij kan handhaven op basis van een mening over hoe belegd zou moeten worden. Uiteindelijk is de AFM geen wetgever. Stellingen als:

“De AFM is van mening dat deze fondsen ofwel de informatieverstrekking en de kosten in lijn dienen te brengen met het relatief beperkte actieve beheer of het beleggingsbeleid dienen aan te passen zodat het fonds levert wat beloofd wordt”,

is op zichzelf genomen een interessante mening, maar het is de vraag of die mening ook verankerd is in de Wet en of op die basis gehandhaafd mag worden. Daarin gaat de AFM tamelijk ver. Zo stelt de AFM zelfs:

“De AFM is van mening dat de fondsbeheerders van deze fondsen zullen moeten evalueren of het fonds daadwerkelijk te weinig actief is. Wanneer dit het geval is, zullen zij de informatieverstrekking en de kosten in lijn dienen te brengen met het relatief beperkte actieve beheer of het beleggingsbeleid dienen aan te passen zodat de fondsen actiever worden. De slotsom kan evenwel zijn dat een fonds geen bestaansrecht meer heeft.”

Dit laatste is natuurlijk het meest verstrekkende gevolg en het is afwachten tot de AFM daadwerkelijk overgaat tot handhavend optreden en (of) de betreffende index hugger dan naar de rechter stapt om na te gaan of deze wijze van interpretatie van de wetgeving toegestaan is.