Advocaat arbeidsrecht: einde slapende dienstverbanden
De Hoge Raad maakt verplicht een einde aan slapende dienstverbanden: als advocaat arbeidsrecht bespreek ik de belangrijkste ontwikkelingen.
Als advocaat arbeidsrecht procedeer en onderhandel ik veel over de hoogte van de transitievergoeding. Op basis van goed werkgeverschap (artikel 7:611 BW) moet een werkgever bij het beëindigen van een dergelijk dienstverband onder betaling van een transitievergoeding meewerken als de werknemer om het sluiten van een vaststellingsovereenkomst vraagt. Deze vergoeding is niet meer dan de transitievergoeding na twee jaar dienstverband. Als de werkgever het dienstverband langer slapend heeft gehouden en er dus sprake is van slapende dienstverbanden, dan maakt dat dus niet uit en moet de berekening toch gedaan worden na 104 weken arbeidsongeschiktheid. Het is daarom de vraag hoe omgegaan wordt met het einde van slapende dienstverbanden.
Uitzondering op de regel: voortzetting arbeidsovereenkomsten
Er zijn uitzonderingen op deze hoofdregel, die de Hoge Raad nu heeft geformuleerd, namelijk: werkgever kan een gerechtvaardigd belang hebben bij voortzetting van de arbeidsovereenkomst, bijvoorbeeld in het kader van re-integratiemogelijkheden. Verder is nog een tijdelijke uitzondering door de Hoge Raad geformuleerd, namelijk als uitbetaling van de transitievergoeding zorgt voor financiële problemen bij een werkgever, omdat zij moeten voorfinancieren, immers omdat per 1 april 2020 het UWV Fonds van kracht is, waarbij de transitievergoeding wordt gecompenseerd na twee jaar arbeidsongeschiktheid. In die gevallen mag een werkgever wellicht in termijnen betalen of kan een opschorting volgen tot 1 april 2020.
Advocaat arbeidsrecht: einde slapende dienstverbanden
In ieder geval maakt de Hoge Raad er korte metten mee dat het in zicht zijn van de pensioendatum een reden zou zijn om geen transitievergoeding te hoeven te betalen. Hebt u vragen over deze blog, aarzel dan niet om met mij (Eva Jongepier advocaat arbeidsrecht) contact op te nemen.