Indien u verliezen hebt geleden op uw beleggingen en de bank daarvoor aansprakelijk wilt stellen, moet allereerst worden vastgesteld of er sprake is geweest van een adviesrelatie dan wel een execution-only relatie.
Op het moment dat er sprake is van een execution-only relatie heeft de bank een minder vergaande zorgplicht. Een execution-only dienstverlening is zoals het woord zelf al aangeeft, een dienstverlening waarbij er zonder advies van de bank wordt gehandeld in beleggingen (bijvoorbeeld opties).
Sinds de inwerkingtreding van de Wet op het financieel toezicht (“Wft”) is een dienstverlener verplicht om informatie in te winnen over de kennis van en de ervaring van de klant met betrekking tot de desbetreffende financiële dienst. Op die manier kan de dienstverlener onderzoeken of deze vorm van dienstverlening – execution-only – passend is voor de klant. Die verplichting brengt niet per definitie mee dat de dienstverlener een cliëntenprofiel dient op te stellen. Dat is anders indien er sprake is van een advies- of vermogensbeheerdienst. Het enkel onderzoeken naar de kennis van en ervaring met beleggingen is voldoende.
Op het moment dat de dienstverlener concludeert dat er geen sprake is van een passende dienstverlening (waarvan veelal sprake zal zijn indien de klant bijvoorbeeld niet voldoende vermogend is om de risico’s te kunnen opvangen, of indien de klant geen kennis van of ervaring heeft met beleggingen), dan dient de dienstverlener de klant te waarschuwen. Daarbij geldt ook dat indien de klant weigert informatie te verstrekken dan wel simpelweg geen informatie verschaft over zijn kennis van en ervaring met beleggingen, de dienstverlener sowieso moet waarschuwen. Deze wettelijke waarschuwingsplicht is verankerd in artikel 4:24 Wft en mag geschieden in gestandaardiseerde vorm. Zo oordeelde ook de rechtbank Amsterdam d.d. 13 mei 2015. In die uitspraak was aan de orde de situatie dat de klant weigerde om informatie te verstrekken over zijn beleggingsprofiel. Hij had simpelweg het vragenformulier niet ingevuld ondanks herhaalde verzoeken van de dienstverlener. De dienstverlener had vervolgens bij veel transacties een waarschuwing gegeven die de klant niet in acht had genomen. De rechtbank Amsterdam oordeelde dan ook dat de dienstverlener voldaan had aan haar zorgplicht.
Zoals in de uitspraak van de rechtbank Amsterdam d.d. 30 september 2009 ook naar voren is gekomen, heeft de dienstverlener geen wettelijke verplichting om de dienstverlening te weigeren indien de dienstverlening niet bij de klant paste (en er gewaarschuwd is). Dat zou in strijd zijn met het beginsel van contractsvrijheid. Het enkel waarschuwen voor de risico’s is voldoende.
Daarnaast oordeelde de rechtbank Amsterdam dat het niet zo moet zijn dat de dienstverlener de te verrichten transacties in de gaten zou moeten houden en/of zou moeten controleren aan de hand van een vastgesteld beleggersprofiel. Deze verplichting vloeit ook niet voort uit de op de dienstverlener rustende (bijzondere) zorgplicht. Immers, er is sprake van een execution-only dienstverlening en de klant belegt op eigen rekening en risico. Wel geeft de AFM aan dat er eventuele afspraken kunnen worden gemaakt ten aanzien van de nazorg. Zo zou er volgens de AFM een systeem van periodieke e-mailalerts kunnen worden gebruikt waarbij de klant opnieuw zijn/haar gegevens kan invullen of bijvoorbeeld alerts die de klant zelf kan instellen in de gevallen waarbij de waarde van zijn/haar beleggingsportefeuille onder een bepaalde bandbreedte zakt.
Hebt u ook een soortgelijk probleem en wenst u juridisch advies te hebben? Aarzel dan niet en neem contact op met een van onze financieel recht advocaat (jasper@fennekadvocaten.nl).