In veel gevallen sta ik partijen bij die te maken krijgen met een bestuursorgaan en aangeven nooit te hebben geweten dat zij de Wet hebben overtreden.
Als advocaat moet ik helaas aangeven dat wetenschap van de Wet bekend wordt verondersteld en dat dit niet het sterkste verweer is. Tegelijkertijd geldt wel dat niemand in Nederland kan worden bestraft zonder schuld. Zoals dat ook in het strafrecht voorkomt, geldt dit ook bij de bestuurlijke boete. Dit is vastgelegd in artikel 5:41 Awb en luidt:
“Het bestuursorgaan legt geen bestuurlijke boete op voor zover de overtreding niet aan de overtreder kan worden verweten.”
De mate van verwijtbaarheid speelt vaak een rol in het verweer tegen bestuurlijke boetes. Maar wat betekent verwijtbaarheid nu precies?
Geen schuld, geen boete?
Vaak wordt verwijtbaarheid samengevat met de zin dat de overtreder anders had moeten handelen en dat van hem of haar redelijkerwijs zorgvuldiger handelen kon worden gevergd. Het verweer kan leiden dat er alles redelijkerwijs mogelijk aan gedaan is om overtreding te voorkomen.
Naast een voorwaarde (zonder verwijtbaarheid geen aansprakelijkheid) kan het ook een matiging zijn.
Matiging van de boete
Sowieso geldt dat bij de boetebevoegdheid het bestuursorgaan (of beter: de boetefunctionaris) bij de hoogte van de boete ook rekening moet houden met de mate van verwijtbaarheid, maar ook met de ernst en de eventuele aard en duur van de overtreding, de omstandigheden waaronder de overtreding is gepleegd en de persoonlijke omstandigheden.
Iedereen wordt geacht de Wet te kennen, maar de complexiteit van de Wet kan wel een rol spelen bij de mate van verwijtbaarheid, net zoals de vraag of de Wet met opzet is overtreden.
Tips bij verweer bestuurlijke boete
In dat licht is bij verweer tegen een boete van groot belang dat het bestuursorgaan bij zwaardere boetes altijd de verplichting heeft tot het maken van een boeterapport of een proces-verbaal. Ook is er een hoorplicht (waarbij men bedacht moet zijn over wat men wel en niet zegt). Zeker bij een boeterapport is het van groot belang dit te kunnen inzien en te weten waar het bestuursorgaan zich nou precies op baseert.
Wellicht ontbreken er stukken, die een geheel ander licht op de zaak bieden. Of zorgt de selectie van stukken juist voor een onjuist en misleidende beeld. Soms zijn de conclusie die getrokken worden op basis van de stukken voorbarig én is er een andere uitleg.
Opvallend genoeg is er ook wel rechtspraak waarin ook rekening wordt gehouden met de complexiteit van de regelgeving en/of de betrokkene niet de intentie had om de Wet te overtreden (waarbij dus ook opzet van belang is).
Mocht u zelf een voornemen tot bestuurlijke boete hebben ontvangen, dan is het zaak om vroegtijdig in actie te komen.