Boete AFM verlaagd door beroep

Boete AFM verlaagd door beroep: In een recente uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven is een boete van de AFM sterk verlaagd; het beroep tegen de hoogte van boete leidde tot vernietiging. Recent heeft de AFM en DNB haar interne boetebeleid openbaar gemaakt. Dat biedt degene die een boete opgelegd heeft gekregen ook de mogelijkheid om na te gaan of de AFM bij het opleggen van die boete haar eigen beleid heeft gevolgd. De uitspraak is op zichzelf genomen wel opvallend, omdat de beleidsregel formeel geen beleidsregel is als bedoeld in artikel 1:3, lid 4 van de Awb.

Wat betekent dat?

Strikt genomen betekent dat dat de AFM formeel juridisch niet gehouden is om deze te volgen.

Boete AFM verlaagd door beroep

In hoger beroep oordeelt de rechter echter dat het boetebeleid en de criteria en uitgangspunten die er in staan, door de AFM als vaste gedragslijn wordt toegepast en, gelet daarop, zal de rechter dit beleid ook betrekken. De rechter overweegt daarbij ten overvloede dat het boetebeleid niet onredelijk is.

Waar ging het in deze boetezaak nu om?

Het ging in deze zaak om een boete aan een flitskredietaanbieder. Wellicht is dat ook de aanleiding geweest voor de AFM om hogere boetes dan gebruikelijk op te leggen, omdat de AFM de flitskredietaanbieders onwenselijk acht en op allerlei mogelijke manieren de aanbieders die gebruik willen maken van een vrijstelling en/of een uitzondering, bestrijdt. In dit geval werd een boete opgelegd van EUR 300.000,- aan de vennootschap en EUR 200.000,- aan de feitelijk bestuurder. In hoger beroep begint de rechter met het beoordelingskader, te weten het arrest van de Hoge Raad van 28 maart 2014 (ECLI:NL:HR:2014:685), waarin is geoordeeld dat een bestuursorgaan, indien een boete wordt opgelegd, rekening moet houden met de draagkracht van de overtreder en de financiële positie ten tijde van het opleggen van de boete.

Boete ontvangen? Bekijk goed de onderbouwing van de AFM!

Voorts bespreekt de rechter het boetebeleid en daaruit volgt dat de AFM ten aanzien van de vennootschap een eigen vermogen had van EUR 329.403,-. De AFM was echter van een veel hoger bedrag uitgegaan, als gevolg waarvan een hogere boete opgelegd kon worden. In plaats van EUR 300.000,-, kon maximaal EUR 150.000,- worden opgelegd. Verdere argumenten ter matiging van de boete werden door de hoogste rechter geweigerd. Ook de boete van de feitelijk leidinggevende werd verlaagd. De reden hiervoor was dat een boete bij de vennootschap ook de bestuurder/aandeelhouder raakt en dat zou betekenen dat iemand tweemaal in zijn of haar vermogen wordt geraakt en in feite twee keer wordt beboet. In het boetebeleid staat dat een boete van een leidinggevende met één derde wordt gekort als de boete: als gevolg van beboeting van hemzelf en de rechtspersoon tweemaal in zijn vermogen wordt getroffen. Ook die boete werd verlaagd naar EUR 100.000,- (was EUR 200.000,-). Al met al een verlaging in totaal met EUR 150.000,-.

Boetebesluit en het interne boetebeleid: schakel advocaat in

Nu de AFM grotendeels in het ongelijk wordt gesteld, wordt de AFM ook in de proceskosten veroordeeld. Een succes voor de flitskredietaanbieder, de boetes zijn in ieder geval een stuk gematigd. Het is dus zaak bij een boetebesluit altijd goed te kijken naar het interne boetebeleid van de AFM en DNB en na te gaan of deze juist worden gevolgd.