Boete Deutsche Bank geschrapt door de rechter

Deutsche Bank heeft er geen geheim van gemaakt dat zij Nederlandse MKB-klanten wilde afstoten. Als advocaat sta ik veel gedupeerden van Deutsche Bank bij, enerzijds vanwege geadviseerde renteswaps en anderzijds voor (bijvoorbeeld) de situatie van opzeggen van krediet door Deutsche Bank  waarbij vaak de discussie speelt van boeterentes.

Deutsche Bank heeft haar activiteiten in Nederland beperkt en een Nederlandse entiteit heeft zelfs haar bankvergunning ingeleverd. Boetes bij vervroegde aflossing kom ik als advocaat financieel recht vaak tegen en het is in veel gevallen de vraag of een boete gematigd kan worden of dat het opleggen van een boete wel terecht is. In een recente uitspraak schrapt het Gerechtshof de aflosboete voor afgewezen klant Deutsche Bank

Boete van bank aanvechten bij de rechter?

Hier ging het om een fruitteler tegen Deutsche Bank. Ook deze fruitteler kreeg de bekende brief van Deutsche Bank, waarin zij aankondigde haar strategische focus te wijzigen. In die bekende brief staat onder meer:

“Wat betekent dit voor u? Deutsche Bank is niet langer de geschikte bank om u de producten en diensten aan te bieden die u op dit moment afneemt.”

In deze procedure is de fruitteler binnengehaald door Deutsche Bank met een scherp tarief en was de fruitteler afkomstig van Rabobank.

De fruitteler heeft een boete opgelegd gekregen bij de vervroegde beëindiging. In deze uitspraak is van groot belang de omstandigheden waarop Deutsche Bank de klant heeft binnengehaald. De fruitteler was gefinancierd bij Rabobank. De fruitteler heeft in 2006 een sterke groei meegemaakt en Rabobank was niet bereid om de kredietfaciliteit te verhogen. Deutsche Bank was destijds wel bereid om die aanvullende financiering te bieden. Bij het binnenhalen van de klant, was er bij de fruitteler de gerechtvaardigde indruk dat Deutsche Bank bereid was om aanvullend krediet te verstrekken om de verlangde groei mogelijk te maken. Bovendien was er sprake van een lange looptijd, die voor de groei van de fruitteler relevant was.

Deutsche Bank had echter dus na haar aankondiging van een strategische wijziging bij de fruitteler aangekondigd niet langer bereid te zijn de financiering uit te breiden. Door de brief van Deutsche Bank heeft de fruitteler contact opgenomen met ABN ARMO. ABN AMRO was wel bereid om de financiering uit te breiden en daarom is de fruitteler overgestapt naar ABN AMRO. Echter, Deutsche Bank heeft wel een boete in rekening gebracht op basis van haar algemene bepalingen van EUR 323.074,-.

De fruitteler is het daar logischerwijs niet mee eens en geeft (in mijn ogen) volkomen terecht aan dat Deutsche Bank zelf heeft aangestuurd op de beëindiging van de relatie.

Maar: wat denkt het Hof hiervan?

Redelijkheid en billijkheid speelt een rol bij de boete van Deutsche Bank

Het Hof stelt vast dat tussen partijen nu eenmaal wel is overeengekomen dat bij vervroegde aflossing aan Deutsche Bank een vergoeding verschuldigd zou zijn. Echter, de vraag is of het in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat Deutsche Bank aanspraak maakt op die aflossingsvergoeding. Daarbij is ook van belang dat op de bank een bijzondere zorgplicht rust, zoals dat ook volgt uit artikel 2 van de Algemene Bankvoorwaarden. Het Hof overweegt dat de fruitteler bij het aangaan van de relatie mocht verwachten dat Deutsche Bank een aanvullende kredietfaciliteit ter beschikking zou stellen. De fruitteler is immers overgestapt van Rabobank naar Deutsche Bank, juist omdat Rabobank niet langer bereid was om de faciliteit uit te breiden en Deutsche Bank wel. Dit alles was bij Deutsche Bank bekend en ook uit de kredietovereenkomst vloeit voort dat de fruitteler voor haar verdere groei en continuïteit afhankelijk was van de externe financiering. Dan overweegt het Hof dat het Deutsche Bank is die heeft aangegeven dat zij haar strategie heeft gewijzigd. Weliswaar heeft Deutsche Bank aangegeven dat die focuswijziging geen invloed zou hebben op bestaande overeenkomsten, maar duidelijk is ook geworden dat Deutsche Bank niet bereid was om aanvullende financieringen te verstrekken. Met andere woorden: de bestaande overeenkomsten zouden worden gerespecteerd, maar van aanvullende financiering zou geen sprake zijn.

Zoals het Hof overweegt:

“Daarmee komt wat Deutsche Bank aan X heeft medegedeeld in de gegeven omstandigheden in wezen er op neer dat zij voornemens was de kredietrelatie af te bouwen en geleidelijk te beëindigen.”

Bank houdt onvoldoende rekening met belang van de klant

Het Hof overweegt dat Deutsche Bank er onvoldoende blijk van heeft gegeven dat zij oog heeft gehad voor de gerechtvaardigde belangen voor de fruitteler. Deutsche Bank heeft alleen haar eigen belang vooropgesteld, waarbij haar handelwijze niet valt te rijmen met de zorgvuldigheid van artikel 2 van de Algemene Bankvoorwaarden. Alles overwegende, komt het Hof tot de conclusie dat het in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat Deutsche Bank aanspraak maakt op betaling van de aflossingsvergoeding.

Conclusie van financieel recht advocaat

Dit lijkt mij een hele logische en terechte uitspraak. In mijn ogen zou er nog aan kunnen worden toegevoegd dat Deutsche Bank met haar strategische focuswijziging in feite ook aangeeft dat zij zal wanpresteren. Deutsche Bank geeft immers zelf aan dat zij niet langer de geschikte bank is voor de klant. De klant op zijn/haar beurt voldoet echter netjes aan zijn/haar betalingsverplichtingen. Het is Deutsche Bank die toerekenbaar tekortschiet in haar verplichting, omdat zij niet langer bereid is om de overeenkomst correct en deugdelijk na te komen.

Voor de praktijk een wenselijke uitspraak en hopelijk leidt dat ertoe dat Deutsche Bank de belangen van de klant zal afwegen bij het al dan niet opleggen van boetes bij het afstoten van haar Nederlandse portefeuille.