Is wettelijke handelsrente of gewone rente verschuldigd?

Wettelijke handelsrente versus gewone wettelijke rente

Ons Burgerlijk Wetboek kent in artikel 6:119a BW de wettelijke handelsrente. De rentevoet van de wettelijke handelsrente is veel hoger dan de ‘gewone’ wettelijke rente. De wettelijke handelsrente bedraagt nu 8% per jaar.

Artikel 6:119 BW bepaalt de grondslag voor de gewone wettelijke rente.
Die rente is lager dan de wettelijke handelsrente. Op dit moment bedraagt de gewone wettelijke rente 2% per jaar.

Wanneer is sprake van wettelijke handelsrente?

Wettelijke handelsrente geldt voor handelstransacties. Dat is bijvoorbeeld wanneer organisaties een overeenkomst hebben gesloten.
Wettelijke handelsrente geldt in principe niet voor overeenkomsten met consumenten. Evenmin geldt de wettelijke handelsrente voor schadevergoeding.
Een verplichting tot vergoeding van schade valt dus niet onder een handelstransactie.
In die gevallen is de gewone wettelijke rente verschuldigd.

Toch is de vraag wanneer wettelijke handelsrente verschuldigd is, niet altijd eenvoudig te beantwoorden.

Hoge Raad 30 oktober 2020 – parkeerovereenkomst

De Hoge Raad heeft op 30 oktober 2020 een nadere invulling gegeven aan de wettelijke handelsrente (artikel 6:119a BW).

De Hoge Raad bepaalde daarin:

Art. 6:119a BW heeft alleen betrekking op de geldelijke tegenprestatie voor geleverde goederen of diensten op grond van een handelsovereenkomst. Dit betreft de primaire betalingsverplichting uit de handelsovereenkomst. De wettelijke handelsrente ziet dus niet op andere geldelijke verplichtingen waartoe zo’n overeenkomst aanleiding kan geven, en derhalve evenmin op een vordering uit onverschuldigde betaling.” Dit bepaalde de Hoge Raad in zijn arrest van 30 oktober 2020 (link naar ECLI:NL:HR:2020:1710).

In deze zaak ging het om de uitleg van een zogenoemde parkeerovereenkomst tussen Q-Park en Deka. In de overeenkomst is een door Deka aan Q-Park te betalen beschikbaarheidsvergoeding opgenomen voor het geval er minder parkeerabonnementen worden afgenomen dan is overeengekomen. Deka heeft facturen met betrekking tot die beschikbaarheidsvergoeding van bijna een miljoen aan Q-Park voldaan.

De rechtbank
Deka vorderde dat Q-Park moest worden veroordeeld tot terugbetaling van de door Deka betaalde beschikbaarheidsvergoeding. Deka stelde immers dat zij die vergoeding onverschuldigd had betaald. Over de terugbetaling had Deka de wettelijke handelsrente gevorderd. De rechtbank heeft de vordering van Deka afgewezen. Dus ook de vordering tot de wettelijke handelsrente.

Het hof
Het hof heeft de vordering van Deka tot terugbetaling van de beschikbaarheidsvergoeding toegewezen. Volgens het hof was het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar dat Q-Park op die vergoeding aanspraak maakte. Ook heeft het Hof de vordering tot de wettelijke handelsrente eveneens toegewezen. Er was dus wettelijke handelsrente verschuldigd over de terugbetaling, en niet de gewone wettelijke rente.

De Hoge Raad: niet altijd wettelijke handelsrente verschuldigd

Q-Park klaagde in cassatie over het oordeel van het hof dat Deka de beschikbaarheidsvergoeding onverschuldigd had betaald. Zij klaagde ook afzonderlijk over het toewijzen van de wettelijke handelsrente.

De Hoge Raad verwerpt de klachten van Q-Park over toewijzing van de onverschuldigd betaalde beschikbaarheidsvergoeding. De klacht over de wettelijke handelsrente slaagt wel:

Art. 6:119a BW heeft alleen betrekking op de geldelijke tegenprestatie voor geleverde goederen of diensten op grond van een handelsovereenkomst. Dit betreft de primaire betalingsverplichting uit de handelsovereenkomst. De wettelijke handelsrente ziet dus niet op andere geldelijke verplichtingen waartoe zo’n overeenkomst aanleiding kan geven, en derhalve evenmin op een vordering uit onverschuldigde betaling.”

De Hoge Raad oordeelde dus dat over de beschikbaarheidsvergoeding de gewone wettelijke rente verschuldigd is, en niet de wettelijke handelsrente.

Advocaat over wettelijke handelsrente en gewone rente

Vaak krijg ik de vraag of een vordering vermeerderd dient te worden met de wettelijke handelsrente (8%) dan wel de gewone wettelijke rente (2%).
Door het grote verschil in rentevoet kan een vordering fors oplopen wanneer de wettelijke handelsrente van toepassing is.
Wanneer u zich afvraagt of wettelijke handelsrente verschuldigd is of de gewone wettelijke rente, neem dan vrijblijvend contact op met advocaat contractenrecht, Lisa Jie Sam Foek (ljsf@fennekadvocaten.nl).

Wettelijke handelsrente of gewone wettelijke rente verschuldigd?