Is een leaseauto een arbeidsvoorwaarde?

Is de leaseauto een arbeidsvoorwaarde?

Bij indiensttreding in 2008 kreeg de werknemer de beschikking over een leaseauto op basis van een leaseregeling. Nadat werknemer al meer dan 10 jaar over een leaseauto beschikt, beslist de werkgever dat de werknemer geen recht meer heeft op de leaseauto op grond van het nieuwe mobiliteitsbeleid. Kan de werkgever dit eenzijdig beslissen? Hierover deed de kantonrecht van rechtbank Utrecht op 23 december uitspraak over.  ECLI:NL:RBMNE:2020:5770

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBMNE:2020:5770

Functionele leaseauto

De desbetreffende leaseregeling maakt onderscheid tussen ‘functioneel representatieve’ leaseauto’s en ‘arbeidsvoorwaardelijke’ leaseauto’s (bij functies vanaf een bepaalde salarisschaal). De werknemer was een functionele leaseauto toegekend. De werknemer mocht zijn leaseauto ook privé gebruiken en had een tankpas voor zowel binnen- als buitenland. Daarnaast was in de leaseregeling een eenzijdig wijzigingsbeding opgenomen.

Nieuw mobiliteitsbeleid

Vanaf 1 november 2018 heeft de werkgever een nieuw mobiliteitsbeleid. Op grond van dat beleid is het recht op een leaseauto’s beperkt tot mensen met een ambulante functie. Een paar weken later ontvangt werknemer een brief waarin de werkgever waarin wordt medegedeeld dat hij geen ambulante functie heeft en dat de overgangsregeling op hem van toepassing is. In het kader van die regeling krijgt hij de beschikking over een OV Businesscard die ook privé gebruikt mag worden en ontvangt hij een maandelijkse bruto mobiliteitsvergoeding. De werkgever wijzigt dus eenzijdig het recht op een leaseauto.

Werknemer naar de rechter

Werknemer is van mening dat hij in aanmerking dient te blijven komen voor een leaseauto. Hij vordert in deze procedure een verklaring voor recht dat het ter beschikking stellen van een leaseauto aan hem een primaire, althans secundaire, arbeidsvoorwaarde is. Ook vordert hij een verklaring voor recht dat de eenzijdige wijziging van zijn arbeidsvoorwaarde met betrekking tot de leaseauto niet rechtsgeldig is.

De werkgever verweert zich dat een leaseauto geen arbeidsvoorwaarde is en de auto hem uitsluitend ter uitoefening van zijn functie ter beschikking is gesteld. Subsidiair stelt werkgever dat, als de leaseauto wél als arbeidsvoorwaarde wordt aangemerkt, zij die arbeidsvoorwaarde eenzijdig mocht wijzigen.

Leaseauto arbeidsvoorwaarde

De kantonrechter stelt de werknemer in het gelijk: een leaseauto is een arbeidsvoorwaarde. Bij de beantwoording van de vraag of tussen een werkgever en een werknemer een arbeidsvoorwaarde is ontstaan, komt het aan op de zin die partijen aan elkaars gedragingen hebben toegekend en in de gegeven omstandigheden daaraan redelijkerwijs mochten toekennen. Factoren die mogelijk van belang kunnen zijn:

  • de inhoud van de gedragslijn
  • de aard van de arbeidsovereenkomst en de positie van partijen
  • de lengte van de periode waarin de werkgever de betreffende gedragslijn heeft gevolgd; en
  • de aard van de voor- en nadelen die voor de werkgever en de werknemer uit de gedragslijn voortvloeien.

De werknemer geeft aan dat zijn functie tot 2018 als ‘ambulant’ werd aangemerkt, terwijl hij vanaf zijn indiensttreding gemiddeld maar één in de twee maanden een klant bezocht. Kortom: werknemer kreeg bij indiensttreding een leaseauto terwijl hij nooit heeft voldaan aan de eisen die de leaseregeling daaraan stelde.

Hoewel deze werknemer dus niet voldeed aan de voorwaarden voor toekenning van een leaseauto volgens de leaseregeling, is de verstrekking van de leaseauto toch een wezenlijk onderdeel geworden van de voordelen die voortvloeien uit zijn arbeidsovereenkomst mede gelet op het privégebruik en de tankpas. Werknemer mocht er dus gerechtvaardigd op vertrouwen dat hij óók gedurende de rest van zijn dienstverband dit voordeel zou hebben.

Rechtbank Utrecht: eenzijdig wijzigen arbeidsvoorwaarde

De volgende vraag is of die arbeidsvoorwaarde eenzijdig gewijzigd mocht worden, nu er in de leaseregeling een beding tot eenzijdige wijziging is opgenomen. De kantonrechter is van oordeel dat de door de werkgever aangevoerde omstandigheden niet zodanig zwaarwichtig zijn, dat het belang van de werknemer op gronden van redelijkheid en billijkheid moet wijken voor het belang van de werkgever, in de zin van art. 7:613 BW. De werkgever geeft namelijk aan dat hij groot belang heeft bij een uniform en evenwichtig beleid ten aanzien van het ter beschikking stelling van leaseauto’s. Hij stelt dat geen van de juristen bij zijn bedrijf beschikt over een leaseauto. Daarnaast streeft de werkgever minder en duurzamer reisbewegingen na. Deze mobiliteitsregeling is tot stand gekomen met instemming van de Ondernemingsraad en wordt daarom volgens de werkgever geacht in overeenstemming te zijn met de eisen van goed werkgeverschap. Daarnaast is het belang van de werknemer niet alleen dat een leaseauto gebruiksgemak oplevert, maar ook een grote loonwaarde vertegenwoordigt. Het financiële belang ziet op de aanschaf en het onderhoud van de auto en brandstofkosten. Als de werknemer deze kosten zelf moet betalen, is dit voor hem een substantiële inkomensachteruitgang. De kantonrechter beslist dat de werkgever niet eenzijdig de arbeidsvoorwaarde mocht wijzigen.

Advocaat Amsterdam

Ook al heeft de werknemer nooit voldaan aan de eisen die de leaseregeling aan het beschikken over een leaseauto verbindt, betrof het toch een arbeidsvoorwaarde die de werkgever niet eenzijdig mocht wijzigen. Heeft u verdere vragen met betrekking tot arbeidsvoorwaarden of andere arbeidsrechtelijk vraagstukken? Neem dan contact op met mr. E.V. Jongepier, Advocaat arbeidsrecht. (eva@fennekadvocaten.nl)https://fennekadvocaten.nl/advocaten/eva-jongepier/