Onterechte opslagverhoging Euriborlening

Onlangs heeft de rechtbank Amsterdam d.d. 20 april 2016 geoordeeld dat ING de in rekening gebrachte verhoogde opslag terug dient te betalen aan de klant (“Blosh”). In mijn dagelijkse praktijk komen klanten van de bank met de vraag of de opslag zomaar mag worden verhoogd en of zij daartegen iets kunnen doen. Het is een trend dat banken de opslag continue verhogen en vaak zonder duidelijke en redelijke gronden. Klanten zien hun (rente)lasten stijgen, terwijl dat voorafgaand aan het afsluiten van de kredietovereenkomst vaak niet naar voren is gebracht. Dat was in het onderhavige geval ook het geval.

Wat was de situatie?

Blosh – een groep van vennootschappen die zich bezighoudt met de mode – had in 2010 een kredietovereenkomst gesloten met ING. In de offerte stond vermeld dat:
“Rente: 3-maands EURIBOR, thans zijde 0,64% per jaar, met een opslag van 1,70% op jaarbasis (…)
Bij dit contract is een specimen van het betreffende contract bijgevoegd. Op de achterzijde zijn de algemene voorwaarden weergegeven, welke van toepassing zijn op de betreffende leningsoort, mits hiervan in deze offerte niet wordt afgewezen.”
Vervolgens stond er in de kredietovereenkomst zelf:
“Gedurende de eerste rentevaste periode van 3 maanden bedraagt het rentepercentage het op de dag van effectuering van deze overeenkomst geldende 3-maands EURIBOR, verhoogd met een opslag van 1,70% per jaar. Na iedere periode van 3 maanden zal het rentepercentage worden herzien en worden vastgesteld op het op de vervaldag geldende 3-maands EURIBOR, verhoogd met een opslag van 1,70 % per jaar.
(…)
Artikel 4 van de Algemene Voorwaarden Bedrijfshypotheek aan de ommezijde is ter zake het door de bank gebruik maken van het recht om het rentepercentage te wijzigen alleen van toepassing indien de bank gebruik maakt van het recht om het onderdeel opslagpercentage te wijzigen.”
En in de algemene voorwaarden stond vermeld:
“4. Indien de bank van zijn recht om het rentepercentage en/of de voorwaarden van deze overeenkomst te wijzigen, gebruik maakt, dient de bank hiervan ten minste twee weken voor de afloop van desbetreffende termijn kennis te geven aan cliënt. Indien het voorstel tot rentewijziging en/of wijziging der voorwaarden door cliënt niet wordt aanvaard, zal het restant van het geleende bedrag met rente en/of kosten op de datum, waarop de rente en/of de voorwaarden gewijzigd kunnen worden, dienen te worden afgelost, zonder dat een vergoeding wegens voortijdige aflossing verschuldigd is.”
Hoe zit dat juridisch in elkaar?
De hamvraag in deze kwestie is of partijen een vaste opslag ad 1,70% hebben afgesproken. Om die vraag te kunnen beantwoorden, moet worden gekeken naar hetgeen partijen over en weer hebben verklaard en uit elkaars verklaringen en gedragingen redelijkerwijs hebben afgeleid en wat zij daaromtrent redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.
Volgens de rechtbank was er een vaste opslag ad 1,70% overeengekomen. De rechtbank oordeelde dat slechts een wijzigingsbevoegdheid is verondersteld (“na iedere periode van drie maanden zal het rentepercentage worden herzien en worden vastgesteld op het op de vervaldag geldende 3-maands EURIBOR) en dat er geen bevoegdheid is bedongen de opslag eenzijdig te kunnen verhogen (waarbij wordt verwezen naar de passage “verhoogd met een opslag van 1,70% per jaar”).
ING brengt aan dat Bosch in onderhavige situatie had moeten begrijpen dat ING de opslag daarom kon verhogen. Het zou een feit van algemene bekendheid zijn dat in langlopende EURIBOR-leningen een opslagwijzigingsbevoegdheid wordt opgenomen. Daar is de rechtbank het niet mee eens. Daarnaast kon de rechtbank ING ook niet volgen in haar stelling dat Blosh had moeten begrijpen dat de in de overeenkomst vastgestelde wijzigingsbevoegdheid van het rentepercentage alleen betrekking kan hebben op wijziging van de opslag, omdat het aan Blosh bekend had moeten zijn dat de bank geen invloed kan uitoefenen op de externe vaststelling van de EURIBOR-tarieven. Ook dit is volgens de rechtbank geen feit van algemene bekendheid. In dit kader dient ook te worden opgemerkt dat de rechtbank in aanmerking heeft genomen dat ING als bij uitstek professionele en deskundige partij is en Blosh niet.
De rechtbank heeft geoordeeld dat Blosh ervan uit mocht gaan dat er sprake is geweest van een vaste opslag van 1,70% en dat ING niet bevoegd is geweest om die opslag te verhogen. De rechtbank heeft geoordeeld dat ING de verhoogde opslag dient terug te betalen en de bedragen vermeerderd moeten worden met de wettelijke rente.
Hebt u te maken met een verhoging van de opslag en bent u het daar niet mee eens? Neem dan vrijblijvend contact op met Jasper Hagers, advocaat financieel recht.