Als advocaat beslagleggen heb ik met grote interesse recente uitspraken van de rechtbank Rotterdam gelezen over beslagleggen en aansprakelijkheid bij executiemaatregelen. In deze interessante zaak ging het om het faillissement van een tandarts. Deze tandarts was werkzaam in de tandartsenpraktijk van de eisende partij. Deze mevrouw had een affectieve relatie met de persoon waarvan de failliete tandarts apparatuur in inventaris bestelde. Die failliete tandarts heeft een krediet van EUR 516.000,- van ABN AMRO waarbij dit krediet werd aangewend voor een huurovereenkomst en de voornoemde apparatuur. De failliete tandarts heeft een zestal betalingen gedaan aan de persoon met wie de eisende partij een affectieve relatie had. Deze persoon had ook een eigen bankpas voor de rekening van de eisende partij. Deze persoon is ook in staat van faillissement verklaard, net zoals de tandarts in de tandartsenpraktijk. De curator heeft vervolgens beslag gelegd bij de eisende partij. Naar aanleiding van de beslagronde door een advocaat beslag leggen die is onder meer gelegd op haar auto. Nadat de curator de procedure in eerste instantie had gewonnen, wilde hij vervolgens overgaan tot executiemaatregelen. De advocaat van de eisende partij gaf daarbij aan dat de eisende partij in hoger beroep zou gaan en verzocht de curator om af te zien van executie waarbij de eisende partij ook een bankgarantie stelde. In principe is het zo dat een bankgarantie voldoende zekerheid is voor de betaling van de vordering. Op enig moment schreef de eisende partij:
“Het voorstel: cliënte stelt een bankgarantie voor het volledig te vorderen bedrag op welk moment alle gelegde beslagen zullen worden opgeheven. De bankgarantie zal gelden totdat de uitspraak in hoger beroep, dan wel in cassatie, in kracht van gewijsde zal zijn gegaan. Wanneer de procedure in uw voordeel wordt beslist kunt u vanzelfsprekend de bankgarantie liquideren, in het tegenovergestelde geval zal de bankgarantie vervallen.”
De curator reageerde krachtig met een faxbericht waarin de curator aangaf:
“Geachte collega, u vraagt naar de bekende weg. Dit “voorstel” wees ik al af. Ik zet de executie door. Groet,”
Kort geding verloren, maar bodemprocedure gewonnen!
De curator voegt de daad bij het woord. Vervolgens start de advocaat van de eisende partij een kort geding op om de beslagen op te heffen. Dat kort geding verliest de eisende partij. Maar de bodemprocedure wint de eisende partij en de uitspraak door het gerechtshof Den Haag wordt het eerdere vonnis waarin de curator nog gelijk kreeg, vernietigd en de vorderingen van de curator alsnog afgewezen. De curator gaat dan naar de Hoge Raad, maar dat beroep wordt verworpen. Daarmee staat vast dat het beslag in ieder geval ten onrechte is gelegd. De eisende partij vordert vergoeding van de schade als gevolg van de beslagleggingen.
Beslaglegger aansprakelijk, ABN AMRO aansprakelijk, wie niet?
Het is namelijk zo dat volgens vaste rechtspraak dat daar waar onterecht conservatoir beslag wordt gelegd, degene die beslag legt in beginsel verplicht is om de door het beslag veroorzaakte schade te vergoeden. Dat is een vorm van risico aansprakelijkheid. De eisende partij stelt iedereen aansprakelijk. ABN AMRO is aansprakelijk gesteld, de curator wordt aangesteld en de advocaat van de curator wordt aansprakelijk gesteld. De rechtbank overweegt dat de partij die wegens onrechtmatig beslag of onrechtmatig executie aansprakelijk is in beginsel verplicht is de daardoor veroorzaakte schade te vergoeden. De curator voert verweer. De curator voert aan de hij te vrezen had dat de eisende partij samenspande met de andere failliet. De rechtbank gaat daarin niet mee. Ook ABN AMRO ontspringt de dans niet. De rechtbank overweegt dat de ABN AMRO een bijzonder zorgplicht heeft ten opzichte van derden met welke belangen ABN AMRO rekening behoort te houden op grond van het volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt. ABN AMRO was pandhouder en had met de curator afgesproken dat hij ten laste van de eisende partij zou incasseren. De advocaat van de eisende partij stelde zich daar terecht op het standpunt dat de bank ook aansprakelijk was. Hier reageerde de bank bepaald laatdunkend op. Zo gaf de advocaat van de eisende partij aan:
“Uit Uw e-mail van hedenochtend maak ik op dat U zich als pandhouder in het faillissement van Mevrouw [gedaagde] laat vertegenwoordigen door de curator. Zonder uw expliciet inhoudelijk andersluidend tegenbericht gaat cliënte er dan ook vanuit dat zij mag afgaan op de uitspraken van decurator omtrent de rechtspositie van Uw bank, meer in het bijzonder ten aanzien van de uitspraak dat Uw bank het restitutierisico draagt in de aanhangige appèlprocedure”
Waarop de bank reageert:
“Wederom verwijs ik u naar de curator an het faillissement van mevrouw [gedaagde] . Het is niet gepast om conclusies te trekken voor een ander, in deze onze bankinstelling”
ABN AMRO is als beslaglegger aansprakelijk
De rechter maakt korte metten met de stellingen van ABN AMRO. Zo geeft zij aan hoewel curator de betreffende procedure in eigen naam voerde, volgt het een en ander dat ABN AMRO ermee op de hoogte was dat de curator het vonnis van 5 oktober 2011 uitvoerbaar bij voorraad legde en dat zij zich (getuige de hiervoor aangehaalde correspondentie tussen die advocaat van mevrouw (eiseres) en ABN AMRO) niet distantieerde van (de gedragingen van) de curator in de procedure. In tegendeel, ABN AMRO nam geen eigen standpunt in en verwees daartoe naar de curator.
De rechtbank overweegt dat ABN AMRO ook met de gerechtvaardigde belangen van de eisende partij dient te houden. Dat is temeer kwalijk omdat ABN AMRO wel wist dat de curator geen verhaal zou bieden, mocht de eisende partij gelijk krijgen. Dat verwijt de rechtbank ABN AMRO dan ook. En hiervoor is ABN AMRO dan ook aansprakelijk.
Curator gaat boekje te buiten
Dan rest de vraag of de curator ook in privé aansprakelijk was. De huidige rechtspraak is dat de curator in de uitoefening van zijn taken niet snel persoonlijk aansprakelijk is. Hierbij geldt derhalve de norm van het Maclou-arrest: zou een over voldoende inzicht en ervaring beschikkende curator die zijn taak met nauwgezetheid en inzet verricht, in de gegeven omstandigheden in redelijkheid tot de desbetreffende gedragslijn hebben kunnen komen, en zou zodanige curator bij negatieve beantwoording het onjuiste van zijn handelen redelijkerwijze behoren in te zien.
In twee arresten is dit bepaald en de gedachte hierachter is dat de curator een ruime mate van vrijheid heeft en dat hij vrij is zich te richten uit belangen van de boedel. Indien een curator te snel aansprakelijk zou zijn, zou dat hem ook kunnen hinderen in zijn werkzaamheden. Er bestaat dus terughoudendheid. Hem moet persoonlijk een verwijt kunnen worden gemaakt. Het komt zelden voor dat een dergelijke vordering slaagt, maar dat slaagt hier wel. De reden daarvoor is dat de eisende partij hier een bankgarantie heeft gesteld. De curator heeft dat genegeerd, terwijl hij met een bankgarantie absolute zekerheid zou hebben voor betaling van zijn vermeende vordering. De curator wordt verweten dat hij hier niet op ingegaan is.
Over het eerder gememoreerde bericht van de curator geeft de rechtbank dan ook aan:
“Mevrouw [eiseres] heeft middels de brief van haar advocaat van 11 oktober 2011 (zie 2.15) [curator 1] op de hierboven besproken problematiek gewezen. Daarin is onder meer gewezen op het risico dat de faillissementsboedel niet toereikend zou zijn om de boedelvordering tot terugbetaling te kunnen voldoen.
[curator 1] moet zich derhalve van de risico’s van tenuitvoerlegging bij voorraad bewust zijn geweest alsmede van de daarmee samenhangende financiële gevolgen, niet alleen voor de faillissementsboedel maar ook voor mevrouw [eiseres] .
Gesteld noch gebleken is dat [curator 1] inhoudelijk op die argumenten is ingegaan. De handgeschreven reactie van [curator 1] van 13 oktober 2011 (zie 2.18) duidt veeleer op het tegendeel.”
Beslagleggen en executie nooit zonder risico!
De curator is dus ook aansprakelijk. De enige die niet aansprakelijk wordt gesteld is de advocaat van de curator. De gedacht hierachter is dat een advocaat geacht wordt de standpunten van zijn opdrachtgever of cliënten verkondigen en niet voor zichzelf handelt of spreekt en voorts dat een advocaat een zekere vrijheid toekomt bij het verkondigen van een standpunt namens de vertegenwoordigde cliënt. Al met al een interessante uitspraak waarbij zowel de curator als ABN AMRO aansprakelijk worden gesteld.