Hoge boete voorwetenschap SBM Offshore: de messen worden geslepen

Hoge boete voorwetenschap SBM Offshore: de messen worden geslepen

Afgelopen vrijdagmiddag publiceerde de AFM een hoge boete wegens voorwetenschap, van maar liefst EUR 2.000.000,-, vanwege het niet tijdig melden van koersgevoelige informatie. Een interessant boetebesluit, waaruit blijkt dat de AFM vindt dat SBM Offshore stelselmatig de markt onjuist heeft voorgelicht. Als advocaat financieel recht heb ik grote interesse in het onderwerp voorwetenschap. Het niet tijdig openbaar maken van koersgevoelige informatie kan namelijk onrechtmatig handelen opleveren en de VEB wil inmiddels opheldering van SBM Offshore. Meer in het bijzonder zet VEB vraagtekens bij de rol van SBM voormalig bestuurder en huidig commissaris, de heer S. Hepkema.

Ik zal over dit boetebesluit een korte samenvatting geven en ga ook kort in op de druk die wordt opgevoerd op SBM Offshore en de heer Hepkema.

Waar ging het in deze voorwetenschaap zaak om?

SBM Offshore heeft in Brazilië tussenpersonen omgekocht. Daarvoor is SBM al herhaald beboet, maar nog nooit door de AFM. SBM is beursgenoteerd en heeft dus de verplichting om het beleggend publiek duidelijk, juist en tijdig te informeren over de relevante ontwikkelingen binnen het bedrijf. In ieder geval geldt dat koersgevoelige informatie onverwijld openbaar moet worden gemaakt.

Wat is dat dan, koersgevoelige informatie of voorwetenschap?

Tegenwoordig spreekt de AFM van voorwetenschap in plaats van koersgevoelige informatie. Het moet in ieder geval gaan om informatie die concreet is. Daarnaast moet het informatie zijn die betrekking heeft op SBM en die bij openbaarmaking significante invloed zou kunnen hebben op de koers van SBM.

Het boetebesluit is 75 pagina’s, dus ik volsta hier wel met een samenvatting.

Omkopingsschandaal door SBM kleiner gemaakt: misleiding beleggend publiek

Het ging er in de kern om of SBM informatie heeft achtergehouden over de omvang van de omkopingspraktijken in Brazilië. Uit het boetebesluit volgt dat SBM al in een vroeg stadium wist van mogelijke omkopingspraktijken. Daarbij is van belang dat SBM de helft van haar omzet ontvangt uit Brazilië, zodat (logischerwijs) de informatie die daar betrekking op heeft een significante invloed heeft op de koers. Weliswaar heeft SBM in een redelijk vroeg stadium een persbericht uitgebracht, maar dat persbericht (en dat is wel bijzonder) mist volgens de AFM essentiële informatie over de omvang van de omkopingspraktijken. In dat persbericht staat (onder meer):

“The company has recently become aware of certain sales practices involving third parties and which may have been improper.”

Hierbij is van belang dat uit het boetebesluit niet is op te maken dat het ging om Brazilië, terwijl Brazilië zo’n belangrijke omzetmarkt is voor SBM. SBM komt met het verweer (zo blijkt uit het boetebesluit):

“Volgens SBM zal het beleggend publiek op basis van dit bericht zeer wel in de gelegenheid zijn geweest om te begrijpen dat ook Brazilië betrokken kon zijn. Dit zou ook blijken uit een koersdaling van 11,7% volgend op dit persbericht.”

Aan dit verweer gaat de AFM voorbij. De AFM stelt:

“Hoewel met het persbericht enige openheid wordt geboden over problemen in de “compliance culture” binnen de onderneming en mogelijk onzuivere verkooppraktijken, waarop de markt met een koersdaling heeft gereageerd, mist de belegger namelijk nog steeds essentiële informatie over de reikwijdte van het probleem.”

Volgens de AFM blijkt SBM in dezelfde problematiek te hangen. Uit interne mails blijkt dat in 2014 SBM opnieuw bekend wordt met omkopingsproblematiek en op dat moment wordt er geen persbericht uitgestuurd, maar wordt eerst geprobeerd om interne en externe problematiek op te lossen, waaronder de uitsluiting van bestaande contracten. Te laat en te summier wordt wel een persbericht uitgebracht. “Too little, too late”, aldus vrij vertaald  de AFM.

SBM gaat nog een keer in de fout, aldus de AFM, omdat zij te laat meldt dat zij ook in beroep tegen de uitsluiting van een contract niet succesvol is. Weliswaar komt er een persbericht, maar ook dat persbericht is te laat, aldus AFM. Al met al, stelt de AFM dat SBM viermaal nagelaten heeft voorwetenschap onverwijld algemeen verkrijgbaar te stellen.

Gevolgen schending voorwetenschap: misleiding beleggers

Het boetebesluit zal een opmaat zijn naar civiele claims. Waarom? Het is namelijk bewijs van het feit dat beleggers hun beslissingen ten aanzien van SBM niet hebben kunnen baseren op volledige en juiste informatie. Dan zal bij SBM zeer waarschijnlijk de bewijslast liggen dat, ondanks dat SBM haar voorwetenschap niet openbaar heeft gemaakt en feitelijk onrechtmatig heeft gehandeld, de beleggers niettemin hun aandelen zouden hebben gehouden. Een vrijwel onmogelijke bewijslast, gelet op de harde stellingen van het boetebesluit van de AFM. Het ligt dan ook in de rede (alhoewel ik niet de advocaat ben van SBM) dat SBM in beroep gaat.

Druk wordt opgevoerd op commissaris

VEB heeft vandaag meteen actie ondernomen en zeer kritische kanttekeningen gezet bij de rol van voormalig partner van Allen & Overy, de heer S. Hepkema.

De heer Hepkema is per 10 april 2012 benoemd als bestuurder bij SBM Offshore met als “Chief Governance and Compliance Officer” verantwoordelijk voor het onderzoek naar de corruptie. In 2015 is de heer Hepkema overgestapt naar de raad van commissarisen, waar overigens destijds VEB tegen heeft geprotesteerd.

De heer Hepkema is dus op dezelfde dag als bestuurder benoemd als het eerste persbericht over het corruptieschandaal. De VEB is kritisch over de rol van de heer Hepkeman (bron: website VEB):

“Een van de sleutelfiguren in de periode na bekendmaking van de omkopingspraktijken bij SBM was Sietze Hepkema die in 2012 lid werd van de raad van bestuur en belast was met ‘Governance and Compliance’. Diezelfde Hepkema is in 2015 overgestapt van de raad van bestuur naar de raad van commissarissen van SBM. Een dergelijke stap is niet bepaald een schoolvoorbeeld van goed ondernemingsbestuur. Commissaris Hepkema moet immers toezicht houden op de gevolgen van de daden van bestuurder Hepkema. De boete van de AFM maakt de situatie nog pregnanter. SBM moet iedere indruk vermijden dat commissaris Hepkema invloed kan uitoefenen op discussies over zijn eigen functioneren in een periode waarin de onderneming, volgens de AFM, bij herhaling de wet heeft overtreden.”

Aankomende 10 april staat de herbenoeming van de heer Hepkema op de aandeelhoudersvergadering van SBM. Dat belooft een spannende vergadering te worden!

Hebt u vragen over deze blog, neem contact op met Jasper Hagers, advocaat financieel recht.