Opzegging bankrelatie wegens witwassen

Opzegging bankrelatie wegens witwassen

In een recent kort geding speelde de vraag of de opzegging bankrelatie wegens witwassen stand hield. Een bij verstek veroordeeld bejaard echtpaar probeerde met een kort geding de opzegging van de bankrelatie ongedaan te maken.

Fraude en witwassen opzegging bankrelatie

Uit het kort geding vonnis volgt dat het om een bejaard echtpaar gaat, dat in juni 2019 is veroordeeld bij verstek tot een geldboete van € 81.000,– en gevangenisstraf van 12 maanden voor het medeplegen van gewoontewitwassen van een bedrag van € 850.000,–. Dat was reden voor de bank (ABN AMRO) om nader onderzoek te doen.

Het bejaarde echtpaar gaf aan dat een en ander op een misverstand zou berichten en dat daar bewijs van zou zijn. De rechtbank zou hen in het gelijk hebben gesteld en zelfs excuses hebben aangeboden voor het vonnis, waarbij zij niet zouden zijn veroordeeld.

Bewijs van deze feiten werden ondanks verzoeken van de bank echter niet aangeleverd.

Vordering tot voortzetting en verwijdering IVR

Er wordt een kort geding opgestart. De Voorzieningenrechter mr. Dudok van Heel begint met een duidelijke vaststelling:.

“Voorop gesteld wordt dat eisers ieder door de strafrechter voor ernstige feiten (gewoontewitwassen van een bedrag van € 850.000,- gedurende meerdere jaren in Nederland, Zwitserland en de Verenigde Arabische Emiraten) zijn veroordeeld tot serieuze straffen. Eisers hebben ieder een onvoorwaardelijke – en nagenoeg maximale – boete van € 81.000,- gekregen. Dat de 12 maanden gevangenisstraf niet onvoorwaardelijk zijn opgelegd is uitsluitend te danken aan de leeftijd (toen 79 jaar) en gezondheid van [eiser 1] (zie 2.4). Het strafbare feit waarvoor eisers zijn veroordeeld raakt de integriteit van het financiële verkeer in de kern. Banken hebben de wettelijke plicht om zoveel mogelijk te voorkomen dat het financiële systeem voor oneigenlijke doelen – waaronder in het bijzonder witwassen – wordt gebruikt (of: misbruikt).”

De rechtbank vervolgt en overweegt dat het zonneklaar is welke gegevens de bank nog miste voor haar onderzoek. Het is duidelijk dat de rechter korte metten maakt met het verweer van het bejaarde echtpaar:

“Veelzeggend is dat eisers de strafvonnissen niet alleen niet aan ABN AMRO maar ook niet aan de voorzieningenrechter in dit kort geding hebben overgelegd (dat heeft ABN AMRO gedaan). Ook vertelden zij ABN AMRO dat de veroordelingen op een vergissing zouden berusten en dat de rechtbank excuses had gemaakt. Deze excuses bleken te zien op een foutje bij het anonimiseren van het gepubliceerde vonnis.”

Dat het echtpaar hoger beroep heeft aangetekend, wordt als niet relevant geacht. De strafvonnissen liggen er nu eenmaal en daar mag de Voorzieningenrechter vanuit gaan.

Echter, de rechter overweegt ook het belang van een bankrekening.

Toch is deze zaak voor de Voorzieningenrechter zo klaar als een klontje. Dat komt mede, omdat (1) het bejaarde echtpaar de strafrechtelijke veroordelingen ten onrechte bagetalisseren, (2) blijkt dat zij ook nog andere bankrekeningen hebben in Zwitserland en de Verenigde Arabische Emiraten, en (3) dat het bejaarde echtpaar nog gebruik zou kunnen maken van een basisbankrekening.

Opzegging bankrelatie blijft gehandhaafd

De belangen van de bank prevaleren boven die van het bejaarde echtpaar. Het risico is – zo overweegt de rechter bovendien – te groot dat de rekeningen van ABN AMRO zijn gebruikt voor witwaspraktijken en wellicht dat nog steeds het geval is.