Een erfdienstbaarheid is een last waarmee een onroerende zaak – het dienende erf – ten behoeve van een andere onroerende zaak – het heersende erf – is bezwaard. De eigenaar van het dienende erf heeft in het voorbeeld van het recht van overpad, te dulden dat de eigenaar van het heersend erf daar gebruik van maakt. De erfdienstbaarheid gaat van rechtswege over op de opvolgend eigenaar van het dienende of het heersende erf. De erfdienstbaarheid kan bestaan uit een dulden of niet doen, maar ook uit een onderhouds- of bouwverplichting. De bekendste variant is het recht van overpad.
Vestiging en beëindiging erfdienstbaarheid
Voor de vestiging van een erfdienstbaarheid is een notariële akte vereist die wordt ingeschreven in de openbare registers. Ook kan een erfdienstbaarheid ontstaan door verjaring.
De erfdienstbaarheid kan op drie manieren eindigen:
- door afstand van recht door de eigenaar van het heersende erf. De kosten van de afstand zijn voor rekening van de eigenaar van het heersende erf. De eigenaar van het dienende erf is gehouden hieraan mee te werken.
- door vermenging. Dit is het geval wanneer het heersende erf en het dienende erf in eigendom zijn van dezelfde persoon of entiteit.
- door opheffing door de rechter indien de uitoefening daarvan onmogelijk is geworden of de eigenaar van het heersende erf geen redelijk belang bij de uitoefening meer heft, en het niet aannemelijk is dat de mogelijkheid van uitoefening van uitoefening of het redelijk belang daarbij zal terugkeren.
Advocaat vastgoedrecht Amsterdam
Wordt u geconfronteerd met de rechten van een erfdienstbaarheid of wilt u een vordering tot opheffing of wijziging van een erfdienstbaarheid instellen bij de rechtbank? U kunt vrijblijvend contact opnemen met advocaat vastgoedrecht Shyra Mijdam (shyra@fennekadvocaten.nl).